zondag 20 november 2016

#ikkijknietweg

Afbeeldingsresultaat voor ik kijk niet weg
Het is week tegen de kindermishandeling, waarbij deze hashtag wordt gebruikt op sociale media.
In mijn werk komen we kindermishandeling tegen. Maar wij hebben vooral te maken met situaties waarin we echt veel moeten praten met elkaar of er sprake is van kindermishandeling of niet. De twijfelgevallen. 

Een kind dat na mishandeling bij vader uit huis is geplaatst naar opa en oma. Maar opa en oma zijn zwakbegaafd en verwennen het meisje. Ze hoeft niets te doen, zij doen alles voor haar. Opvoedondersteuning is niet nodig volgens deze grootouders; zij hebben hun zoon toch ook prima groot gebracht?. Ondanks dat de pleegzorgorganisatie heeft aangegeven het gezin niet te kunnen begeleiden heeft de kinderrechter besloten dat het meisje bij zijn familie moet opgroeien. En ze is met haar drie jaar nu erg achter in der ontwikkeling. Mogelijk is ze zelf geen hoogvlieger, maar de vrees is dat ook de onderstimulatie hierbij een rol speelt. Maar de kinderarts wil daar op dit moment de vingers niet aan branden. Nu wordt eerst gekeken of door hulpverlening gericht op het kind het meisje zich gaat ontwikkelen. Ondertussen is het kind gehecht aan deze pleegouders; wat gaan we doen als ze inderdaad straks al twee jaar te weinig gestimuleerd blijkt te zijn? Hoe lang kunnen we toekijken?

Of het meisje van 13 dat opgroeit met een moeder met straatvrees. Het meisje heeft een periode gehad dat ze erg boos en agressief was thuis. Ze is een jaar uithuis geplaatst, met haar ging het daarna goed. De groep waar ze woonde vond na een jaar dat ze terug naar huis kon, want moeder werkte ook goed mee. Maar sinds ze thuis is komen moeder en dochter bijna niet meer van de bank af. In totaal is ze sinds begin dit jaar maar een paar weken naar school geweest. Ze heeft allerlei lichamelijke klachten, maar een oorzaak daarvan wordt niet gevonden. Ik wil het meisje niet opnieuw uit huis plaatsen, want ze gaat, vrees ik, kapot als dat zou gebeuren. Ik denk dat de oorzaak van het probleem bij moeder ligt, maar ik kan haar niet dwingen tot behandeling. Ik probeer haar natuurlijk te stimuleren, maar ze zegt het niet aan te kunnen Trouwens om zich te laten behandelen zal ze ook het huis uit moeten en dat is juist het probleem. De huisarts heeft ook geen oplossing.  Ik heb het gevoel dat ik aan het pappen en nathouden ben. Ambulante hulpverlening voor haar loopt. Schiet dit meisje daar uiteindelijk genoeg mee op?

Of de kinderen van ouders die met elkaar in een complexe scheiding zijn? De kinderen weten dat ouders een grote hekel aan elkaar hebben. En toch moeten ze 2x per week van de ene ouder naar de andere. Ze worden heen en weer geslingerd tussen hun loyaliteiten en hebben duidelijk last van de spanningen. Een van de kinderen is veel overstuur en scheldt zijn moeder voortdurend uit, terwijl de ander vaak bij moeder huilt over hoe vreselijk het is bij papa. Naar mijn idee is geen van beide ouders een slechte opvoeder, maar hun opvoedingsstijlen liggen mijlenver uit elkaar. Er zijn voortdurend verwijten naar elkaar over de wijze waarop de ander met de kinderen bezig is. In oudergesprekken probeer ik duidelijk te maken dat ze met elkaar in gesprek moeten, Dat ze hier en daar compromissen moeten sluiten en dat ze verder de ander moeten respecteren en accepteren zoals hij is. Alles om het spanningsveld waarin de kinderen zich bevinden op te heffen. Maar beide ouders zijn al teveel gekrenkt en toegeven aan de ander, daar zijn ze nog niet aan toe. Als zij dit niet kunnen, wat is dan wel de oplossing? En doen we daar de kinderen dan niet altijd vreselijk te kort mee?

Soms is het bijna fijn als je zeker weet dat er sprake is van kindermishandeling, want dan is ook duidelijk wat er gedaan moet worden om het kind te beschermen. Het zijn echter vaak de casussen die in het licht/donker grijze gebied zitten die het werk zo ingewikkeld maken. En boeiend.

zaterdag 29 oktober 2016

Rollen maar

Thuis voel ik me vaak huishoudster, kok, klimpaal, pakezel en veel meer.
Afbeeldingsresultaat voor rollen
Op mn werk komen daar totaal nieuwe rollen bij.
Vandaag was ik:
Griffier; de Griffie van de rechtbank belde of ik ouders en pleegouders wilde informeren over een zitting omdat zij erg laat was met het versturen van de uitnodigingen.
Rechercheur: Er klopt iets niet. De verhalen van een pupil en haar moeder over een weekend dat het meisje bij een tante was, spreken elkaar tegen. Wat is waar? En waarom willen ze dat ik die waarheid niet hoor? 
Pleegzorgwerker: Besloten is een bezoekregeling van een meisje van 4 jaar met haar vader uit te gaan breiden. Ik licht ouders en pleegouders in. Ik loop tegen veel verzet van pleegouders aan, omdat deze bezoeken, naar hun mening, niet passen in het volle weekprogramma van het meisje. Ik moet hard werken om pleegouders uit te leggen dat het contact van het meisje met haar vader op dit moment echt voorrang moet krijgen op de speelafspraakjes met vriendinnetjes.
Kleuterjuf (of toch scheidsrechter?): Voor de zoveelste keer melden gescheiden ouders zich bij mij omdat ze er niet uit komen met elkaar. Ik leg (zeker niet voor de eerste keer) uit dat hun kinderen er last van hebben dat zij een conflict met elkaar hebben. Ik kan dan wel het nemen van de besluiten voor ouders overnemen, maar daarmee is het conflict niet opgelost. Ik stimuleer beide om op zoek gaan naar een manier om wel tot een oplossing te komen. Daarvoor zal iemand waarschijnlijk iets moeten toegeven aan de ander. Ze weigeren beide, want zijn van mening dat zij altijd degene zijn die zich moet aanpassen. Nu moet de ander dat maar eens doen. 
Administratief medewerker: Alle relevante e-mails die binnenkomen en verzonden worden moeten worden geknipt en geplakt in ons computersysteem, inclusief bijlagen. Van ieder (telefonisch) gesprek moet een verslag worden gemaakt in ons systeem. 
Aanklager: Bij een pupil waarvoor wij de voogdij uitvoeren blijkt een (slechte) tattoo te zijn gezet door een asociale vader van een vriendje, zonder onze toestemming. Hij heeft hem ook onderdak geboden toen hij was weggelopen en heeft ons, ondanks dat hij wist dat wij de voogdij dragen en ons zorgen maakten, niet ingelicht. Ik doe aangifte van onttrekking aan het gezag en van verminking.

Als ik naar mij agenda van morgen kijk dan kan ik me gaan voorbereiden op de rol van
Chauffeur: Ik ga samen met een moeder naar een bespreking over haar dochter die in een instelling in Apeldoorn verblijft. Moeder is niet in staat om zelfstandig te reizen, dus rijdt ze met me mee. Voor mij meteen gelegenheid om met haar bij te praten over de situatie van haar dochter.
Coördinator: In de bespreking zitten verschillende hulpverleners bij elkaar. Voor mij is het belangrijk om te weten wie wat doet/waarvoor verantwoordelijk is, om hiaten of overlappingen in de hulpverlening te herkennen en de hulpverlening zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Daarnaast de doelen van de ondertoezichtstelling goed in het oog te houden en ieder te blijven wijzen op de verantwoordelijkheid met betrekking tot de veiligheid van het kind.
Collega / adviseur: In een teamvergadering bespreken we met de teamleden de situaties waarin belangrijke beslissingen moeten worden genomen. Veel luisteren, doorvragen en steeds weer overwegen welke beslissing uiteindelijk het meest in het belang is van de veiligheid en de ontwikkeling van het kind. Advies geven is hierin eigenlijk het delen van ervaringen en het analyseren van het dilemma.
Jurist: Ik ga met een vader bespreken wat hij kan doen om het gezag over zijn kind te krijgen.

En overmorgen? Ik weet zeker dat er dan weer nieuwe rollen gevonden worden. Wat is mijn vak toch heerlijk veelzijdig!

dinsdag 18 oktober 2016

een nieuw plan in een dag

Vanmorgen reed ik naar kantoor en nam in gedachten mijn dag door. Ik was 3 dagen vrij geweest en verwachtte dat mijn mailbox vol zou zitten. Vrijdag had ik mijn zorgen over een pupil die veel spijbelt en geen enkel gezag van haar moeder accepteert voor mn collega's op de mail gezet. Ik hoop dat ze dit weekend goed door zijn gekomen.
Om 10 uur start de vergadering van mijn basisteam, waarin ik hoop dat we een plan van aanpak kunnen gaan maken. Hoe kan ik samen met moeder, dochter en beperkte netwerk plannen en afspraken gaan maken?
Na de teamvergadering maak ik samen met een gedragswetenschapper een start-analyse van de uitgangssituatie van een pupil waarmee ik vorige week heb kennisgemaakt; nou ja eigenlijk met zijn grootouders want het jongetje van 3 jaar woont bij opa en oma.
Aan het eind van de dag wil ik dan bij het spijbelende, opstandige meisje langs gaan.
Hopelijk is er tussendoor voldoende tijd om een evaluatie af te maken over een pupil waarvan we vorige week hebben besloten aan de kinderrechter een verlenging van de ondertoezichtstelling te gaan vragen.

Als ik mijn mailbox open zie ik eerst vooral heel veel mails van een ouderpaar waarvan wij vinden dat ze zich in een complexe scheiding bevinden. Afspraak is dat ik in de mails aan elkaar in de CC sta, zodat ik weet wat er speelt. In afgelopen 3 dagen is er blijkbaar veel gebeurd bij de overdracht van de kinderen van de ene naar de andere ouder. Over de mail gaan vele verwijten heen en weer. Beide ouders roepen dat ik de andere ouder tot de orde moet roepen. Ik parkeer het maar even in een aparte map; later zal ik bekijken of ik moet reageren en hoe.
En dan belt mn collega van de bereikbaarheidsdienst. Ze heeft vannacht een telefoontje gekregen van een instelling waar mijn pupil Jan verblijft. Jan heeft gisteravond een conflict gekregen met de groepsleiding van de behandelgroep waar hij al enige tijd verblijft. Hij liet zich daarbij niet corrigeren en is enorm agressief geworden. Hij heeft meubilair, ramen en deuren gesloopt en heeft met afgebroken stoelpoten groepsleiding bedreigd. Die heeft de politie moeten bellen. En zelfs toen de politie erbij was gekomen bedaarde hij niet. Jan is meegenomen door de politie. Er is aangifte gedaan en hij heeft de nacht op het politiebureau doorgebracht. Vannacht heeft groepsleiding al aan mn collega laten weten dat dit gedrag echt veel te ver over hun grenzen is gegaan. De jongen was eerder al verbaal erg dreigend geweest, maar nu het ook fysiek zo dreigend was, zijn ze er klaar mee. Ze zijn bang voor hem. En groepsgenoten zijn ook echt bang. Hij kan niet terug komen. Of ik dus kan zorgen dat er vandaag een andere plek voor hem kan komen.....

Ik weet meteen dat mijn planning voor vandaag op zn kop moet.
Ik moet gaan bellen met de groep. Hoe definitief is dit? Verwachten ze echt van mij dat ik dit in één dag geregeld ga krijgen? Zijn er mogelijkheden om met een veiligheidsplan toch een herstart te maken?
Ik moet contact met politie hebben, want hoe is het nu met Jan? Heeft hij berouw, of is hij nog steeds opstandig en onhandelbaar?
Ik moet gaan overleggen met mijn team. Waar kan ik deze jongen op zo'n korte termijn gaan plaatsen? Er zal niet of niet makkelijk een groep kunnen worden gevonden waar ik deze jongen, met deze gedragsproblemen, vandaag nog kan plaatsen. Of moet ik overgaan tot een plaatsing in een instelling voor Gesloten Jeugdzorg? Dat is een heel grote stap. En daarvoor zal ik dan een verzoek moeten doen bij de kinderrechter. En daarvoor moet er dan vandaag nog een GZ-psycholoog in gesprek gaan met Jan en instemmen met het verzoek. Ook moet er een evaluatie worden geschreven, moet er een aanmelding maken voor de commissie die de plekken binnen de Gesloten Jeugdzorg verdeeld. En er moet een bepaling geschreven worden voor de gemeente die de zorg moet gaan financieren. En oh ja, ik moet Jan en zijn ouders hierover gaan inlichten.... En, als hij ergens anders naar toe zal moeten, dan moet ik hem daar waarschijnlijk ook nog naar toe brengen.
Ik haal diep adem, haal vooral even géén koffie, want dan ga ik echt stressen. Met een kop thee in mn hand ga ik een hele lange sprint in. Ik begin, zonder te weten hoe het vandaag verder zal gaan.

Aan het eind van de dag loop ik bellend met de vader van Jan het kantoor uit. Jan is vanmiddag naar huis toe gegaan. Om 12 uur gaf de politie aan dat hij niet meer op het politiebureau hoefde te blijven. Er was op dat moment geen nieuwe plek en terug naar zn oude plek was, zelfs na beraad op managersniveau, niet mogelijk. En alhoewel ik een verre van ideale oplossing vond, was naar huis de enige oplossing voor het moment. Ook ouders zelf, die al veel problemen met Jan hebben gehad, stonden niet echt te juigen om deze oplossing. Ze voorzien dat het thuis ook snel weer mis zal gaan.
Vanmiddag is Jan gezien door een GZ-psycholoog. Jan weet dat zij instemt met een gesloten plaatsing. Jan denkt dat hij ergens komende week geplaatst zal worden. Mogelijk denkt hij na over weglopen. Hij weet niet dat ik ondertussen alles al in een spoedverzoek heb voorgelegd  aan de kinderrechter. Deze is er zojuist (om 18 uur) mee akkoord gegaan. Ik spreek met vader af dat ik morgenochtend vroeg samen met een wijkagent langs kom. Hij zal dan mee moeten en zal naar een gesloten plek worden gebracht. Helaas is deze plek 100 km van het huisadres van ouders. Vader is verdrietig maar steunt dit plan. Hij denkt ook dat Jan misschien vannacht nog wegloopt als hij weet dat hij morgen al geplaatst gaat worden.

Ik ben kapot. Niet alleen van alles wat er vandaag geregeld, geschreven en besproken moest worden. Maar vooral dat we deze stap hebben moeten maken. Jan is een goede jongen, die vreselijk veel heeft mee gemaakt in zijn leven. Angst overheerst hem soms en zijn agressie is van daaruit verklaarbaar, maar het is toch niet acceptabel. Ik weet dat hij nu vanuit de Gesloten Jeugdzorg in kleine stapjes en met veel begeleiding aan herstel kan gaan werken. Als hij zich ervoor open gaat stellen en vertrouwen gaat krijgen in zijn begeleiding. Maar morgen gaat voor hem een heftige dag zijn. Hij wordt 'opgesloten' ..... door mij....


maandag 10 oktober 2016

een begin

Als mensen me vragen wat ik voor een werk doe blijf ik vaak vaag 'ik werk in de jeugdzorg' of zoiets. Soms vraagt een situatie om wat specifieker te worden. Dan vertel ik dat ik gezinsvoogd ben. Steevast is de reactie dan "Dat is vast heel zwaar werk", waarbij ik er vervolgens achter kom dat mensen eigenlijk niet goed weten wat mijn werk inhoud.

Hoe komt het toch dat mensen mijn werk als zwaar betitelen? En dat ze niet weten wat ik eigenlijk doe? Ik merk dat ik het zelf eigenlijk soms ook heel moeilijk vind om te omschrijven wat ik doe.
Misschien kan ik met deze blog aan anderen duidelijk maken wat ik doe. En misschien krijg ik zelf ook overzicht in wat ik eigenlijk allemaal doe ;-)

Het begin.
Wij komen in principe pas in beeld als een kinderrechter heeft besloten dat de zorgen over een kind (meestal beschreven in een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming) zo groot zijn dat er gedwongen hulpverlening nodig is. Hij spreekt dan een ondertoezichtstelling uit over het kind. Vanaf dat moment neemt een Gecertificeerde Instelling de coördinatie van zorg (daar waar het de beschreven zorgen uit het raadsrapport zijn) over. Ik werk als jeugdbeschermer voor een gecertificeerde Instelling. In de volksmond wordt mijn beroep gezinsvoogd genoemd.
Mijn opdracht is het dan om hulp te realiseren voor het kind dat ik onder mijn hoede krijg om te zorgen dat het kind zich veilig kan gaan ontwikkelen. Hoewel mijn bemoeienis met het kind en gezin verplicht is opgelegd is de hulp die wij willen inzetten officieel niet verplicht. Dat maakt het soms een ingewikkeld proces. Vaak is het zo dat ouders zich wel realiseren dat er iets moet veranderen en gaan ze onder lichte druk van de gezinsvoogd akkoord met hulpverlening. Maar als ouders of kind weigeren mee te werken aan hulpverlening dan kan de gezinsvoogd juridische middelen inzetten. Het kan er dan op neer komen dat een rechter specifiek over deze in te zetten hulpverlening dan een beslissing neemt. Als het noodzakelijk is om een kind uit huis te plaatsen dan beslist een kinderrechter er altijd over.

Sinds de transitie van de Jeugdzorg zijn de gemeentes verantwoordelijk voor de jeugdzorg voor de kinderen in haar gemeente. De gemeentes in onze regio hebben gesteld dat wij als Jeugdbeschermers ook al mogen instappen als de gemeente heeft beslist dat de Raad voor de Kinderbescherming onderzoek gaat doen. In dat geval is er dus nog geen ondertoezichtstelling. Er is dan geen sprake van gedwongen hulp; ouders moeten er dus mee instemmen. Er is sprake van preventieve zorg waarbij mogelijk een ondertoezichtstelling kan worden voorkomen. Maar als de ondertoezichtstelling er toch komt kan dezelfde jeugdbeschermer bij het kind en gezin betrokken blijven.

Dat is dus de wijze waarop wij betrokken raken en wat mijn doel is. Maar hoe gaat dat dan in zn werk? Dat ga ik proberen uit te leggen in mijn volgende bloggen.